Hoe uit verdriet iets moois kan ontstaan
Achtentwintig jaar. Verhalen, anekdotes, antwoorden, samen lachen, discussiëren, zaken in het midden laten, met elkaar meegroeien, ouder worden, steeds weer kijken door een nieuwe bril.
Lang geleden werd mijn vader ernstig ziek. Hoop op beterschap was er niet. Ik viel in een gat zonder bodem: gitzwart en onvast. Als een soort Alice in Wonderland, met een doolhof zonder uitweg. Onzeker voor een puber, kersvers op de middelbare school.
Het Grote Geluk stond aan onze kant. ‘Ons pa’ is er nog. En al die jaren kon ik met hem praten, hem meemaken, ontdekken hoe veel we eigenlijk op elkaar lijken, trots zijn, spiegelen en genieten van de glimmende ogen van zoonlief als hij opa ziet.
Jaren later zit ik tegenover Maureen. Felle zonnestralen schijnen binnen. Zij vertelt. Over haar leven. Wat ze deed als kind, over dingen die mis gingen en hoe ze zorgde dat het dan tóch weer goed kwam. Over haar drukke studietijd, de ontmoeting met haar man, over de zwangerschap en hoe ze beiden dolblij waren met de geboorte van hun kind. De eerste lach, stapjes, naar school. En dan tot slot: haar boodschap in de camera. Met ogen vol tranen, niet gepland maar evengoed niet erg. Hoe trots ze is en dat ze in haar kind gelooft, het vertrouwt. Dat ze weet dat het zal doen wat goed is, altijd.
Achtentwintig jaar extra met een papa of mama, wat zou ik dat kinderen uit gezinnen waar Stichting Komma komt – zoals het kind van Maureen – graag geven. Maar dat kan ik niet. In plaats daarvan geef ik iets anders. We vangen nu alvast de verhalen, de pieken en de dalen, antwoorden misschien. Voor straks. Een lach, een traan, een knuffel. De klanken van de stem. Kleine tics, een typische beweging, een hand door het haar.
Het gesprek is klaar, Maureen oogt opgelucht. Het staat op beeld, het is af. Zo laat ze toch een stuk van zichzelf achter. We praten na, zeggen gedag en stappen naar buiten, de cameraman en ik. De lucht kleurt oranjerood: storm op komst. Op weg naar huis, op de fiets, peddelend tegen de klippen op, koude regen op de wangen. Ik denk aan mijn vader. Aan Maureen. Over het leven. En ik warm me aan het besef dat ook uit verdriet iets moois kan ontstaan.
———————–
Deze column is geschreven door Iris van den Boezem, vrijwilliger bij Stichting Komma.