Carend: Interview met Michel de Hond
Toen Michel de Hond een jaar oud was overleed zijn moeder. Hij heeft nog een cassettebandje waarop zij kort te horen is terwijl ze tegen Michel en zijn broer Marc spreekt. Hij had nog zo veel willen vragen aan zijn moeder op wie hij volgens mensen in zijn omgeving lijkt. Broer Marc de Hond overleed in 2020 en liet ook twee jonge kinderen achter. Michel stichtte een half jaar na de dood van zijn broer Stichting Komma. De vrijwilligers bij Stichting Komma maken videoportretten van mensen die ongeneeslijk ziek zijn met minderjarige kinderen.
Met zo’n portret kunnen de kinderen na de dood van hun ouder de video bekijken, zo vaak als zij willen, en hun vader of moeder terugzien. Dat kan troostend zijn. En de gezinnen hoeven er niet voor te betalen, de stichting wordt gefinancierd door donateurs.
Wist Marc dat je dit ging doen?
‘Nee maar hij heeft wel een portret laten maken voor zijn kinderen, juist omdat hij dat zelf gemist had. Toen hij ongeneeslijk ziek bleek wilde hij het daar niet over hebben. Hij dacht dat mensen hem dan anders zouden bejegenen. Toen ben ik naar hem toegegaan, hij was voor chemo opgenomen en had een eigen kamertje. Ik zei: “We gaan het er één keer over hebben en daarna nooit meer.” En ook: “Wij zaten vroeger in dezelfde positie als jouw kinderen nu. Er zijn dingen ik van mama zelf had willen horen en jij waarschijnlijk ook. Hoe kunnen we zorgen dat jouw kinderen niet met allerlei vragen blijven zitten?” Onze opa en oma hebben Auschwitz overleefd en zijn daarover geinterviewd voor een film van Steven Spielberg. Ze zaten op een bank, er was een cameraman en een interviewer en zij vertelden. Dat vonden we een mooie vorm. We zeiden tegen elkaar: “Had mama maar zoiets gedaan, haar verhaal verteld.” Toen is Marc in de overdrijvende trap gegaan door zich in het theater te laten interviewen.’
Had mama maar zoiets gedaan, haar verhaal verteld
Wat is, als je ongeneeslijk ziek bent, het juiste moment om je te laten interviewen? Niet te vroeg maar ook niet te laat. Je moet niet te versuft zijn en nog in staat zijn om anderhalf uur te praten.
‘De ongeneeslijk zieke ouder moet eerst accepteren dat hij niet meer beter wordt. Dat slechte nieuws is natuurlijk vaak een grote shock. We zien dat mensen soms lang wachten. Opeens gaan ze hard achteruit en dan denken ze “o ik moet nog iets voor mijn kinderen doen”. Wij laten testemonials van andere ouders aan werkers in de zorg zien zodat zij patiënten met minderjarige kinderen erop attent kunnen maken. Wij adviseren om het zo snel mogelijk te doen zodat de kinderen de ouders zien zoals zij waren. Wij filmen wel eens mensen waarvan we denken dat het jammer is dat zij niet eerder kwamen. Je kunt beter iets vijf jaar op de plank hebben liggen en desnoods een update maken. We doen dat bij uitzondering.’
Wat had je zelf nog aan je moeder willen vragen dat je niet van je vader of andere familieleden kan horen?
‘Het gaat niet zo zeer om dingen willen vragen. Ik was een jaar toen ze overleed. Ik kan me er niets van herinneren. Als iemand een verhaal vertelt over een overledene is dat altijd positief. Mijn moeder overleed in 1980, toen had je nog geen smartphones met filmpjes, zoals nu. De enige beelden die ik van haar heb zijn korrelige zwart-wit beelden. Allemaal oude Kodakrolletjes die ooit gescand zijn. Ik kan wel van alles vragen over mijn moeder maar dan is dat altijd het verhaal van anderen. Op school was ik altijd de lolbroek, ik ben ook comedian geweest. Ik hoor vaak terug dat ik daarin op mijn moeder lijk, ze was een beetje ondeugend. Dat had ik graag zelf willen zien.’
Hoe vaak luister je naar het cassettebandje waarop jouw moeder te horen is?
‘Bijna nooit, alleen op congressen waarop ik spreek over stichting Komma. Het doet me niet zoveel. De eerste keer dat ik het hoorde was wel bijzonder. Ik was twaalf jaar, Marc dertien. Mijn vader liet het ons horen en het was de eerste keer dat ik haar tegen mij hoorde praten. Maar ze was al verzwakt, het was een paar dagen voor ze overleed. Mijn ouders durfden er beiden niet over te beginnen en hebben daarom lang gewacht. En het geluid was slecht. De eerste keer heeft het wel indruk gemaakt maar nu vind ik het vooral krachtig om het op een congres te laten horen en duidelijk te maken waarom deze portretten zo belangrijk zijn.’
Wat is jouw rol binnen de stichting?
‘We hebben een bestuur van drie personen waar ik in zit. We hebben veel vrijwilligers. Er is een betaalde kracht die hoofd van de porttetten is. Zij leidt de vrijwilligers op. We hebben een fulltime vrijwilliger die de planning doet samen met mijn vrouw. Ik doe alles wat verder nodig is zoals fondsenwerving en marketing. We bestaan nu drie jaar en hebben 850 portretten gemaakt.’
Dat is een enorm aantal! Is er een bepaalde situatie die je is bijgebleven?
‘Een paar situaties maar er is er één die me het meest is bijgebleven. Dat is een interview dat ik zelf heb gedaan. Ik sprak met een man, zijn vrouw zat naast hem op de bank tijdens het interview. Ze kwamen op mij nogal zakelijk over. Het was alsof hij zijn c.v. opsomde en toen ik hem vroeg hoe hij zijn vrouw had ontmoet deed hij ook wat onverschillig. “Ach, gewoon, daar en daar.” Aan het einde vroeg ik of ze nog iets tegen elkaar wilden zeggen. Toen werd het even stil, sloeg hij zijn arm om haar heen, schoof wat dichter naar haar toe en zei tegen haar dat hij haar een goede moeder vond en daarna werd het steeds intiemer en gingen ze steeds dichter bij elkaar zitten en werd het toch nog een mooi verhaal. ’s Avonds bij het naar bed gaan zei hij tegen zijn vrouw dat hij eindelijk alles had durven zeggen. Ze antwoordde: “Fijn, ga maar lekker slapen.” De volgende ochtend kreeg ik een appje dat hij overleden was. Hij is niet meer wakker geworden.
Ik bekijk ieder aanmeldformulier omdat ik wil weten hoe mensen ons gevonden hebben. Het formulier biedt de mogelijkheid om nog wat extra informatie op te schrijven. Op een gegeven moment zag ik een aanmelding waarop stond: ik ben zwanger, mijn kindje kan ieder moment geboren worden en ik heb nog maar een paar maanden te leven. Dat is wel bijzonder. We krijgen ook wel eens een mailtje in het weekend van een hospice waarin ze vragen of we maandag langs kunnen komen omdat dinsdag de euthanasie plaats gaat vinden. Tot nu toe hebben we nog nooit nee hoeven zeggen. We zijn onze vrijwilligers enorm dankbaar voor hun betrokkenheid. We hebben een vrijwilliger in Brabant die op zaterdagochtend opeens een portret moest maken omdat iemand opeens stervende was. Die vrijwilliger is een man met jonge kinderen. Hij heeft zijn jongens naar het voetbalveld gebracht en is toen snel het portret gaan maken.’
Hoeveel vrijwilligers zijn er betrokken bij stichting Komma?
‘Tussen de 40 en 50 door het hele land. We zoeken nog vrijwilligers voor Limburg, Zeeland en Groningen.’
Sander de Hosson van Carend is ambassadeur. Hoe is dat zo gekomen?
‘We waren beiden spreker op hetzelfde congres, hij las daar een van zijn verhalen voor. Ik was onder de indruk en wilde graag kennismaken. We hebben elkaar gesproken en sindsdien is er een klik.’
Wat zijn de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het maken van een portret?
‘Je moet ongeneeslijk ziek zijn en kinderen hebben die minderjarig zijn. Ik vind het heel bijzonder dat mensen vertrouwen in ons hebben, dat we dit mogen doen. Eerst dacht ik dat ik het voor de kinderen deed maar inmiddels heb ik geleerd dat het zo veel meer is. Het is ook voor de partner en voor de ouder die zijn gezin los moet laten.’
Hoor je weleens terug of mensen het portret vaak terugkijken?
‘Wij zetten nooit een deel van een portret op social media maar we hebben wel testemonials, daarin vertellen mensen hoe ze het ervaren hebben en wat het voor hen betekent om het portret te hebben. Laatst reageerden een moeder en dochter op een post van ons, we mochten langskomen. De dochter van veertien zei dat haar vader erg ziek was maar dat ze hem weer in goeden doen ziet als ze naar de video van haar vader kijkt. Ze zit op de middelbare school en heeft moeite met wiskunde. In het interview vertelt haar vader dat hij daar vroeger ook moeite mee had. Dat vindt ze fijn om te horen.’
Sander de Hosson over stichting Komma:
Ik vind het mooi dat Stichting Komma levensverhalen van zieke ouders filmt voor de kinderen die achterblijven. Daarmee zetten zij een komma achter het leven van die ouder, in plaats van een punt. Ik heb een aantal portretten gezien en dat was heftig maar ook zó mooi. Het is fijn dat kinderen zelf kunnen kiezen wanneer ze naar papa of mama kijken of zijn of haar stem willen horen. Dat is uniek. Het is een goede manier om iemand te blijven herinneren zoals hij of zij was. Ik ben trots dat ik ambassadeur van deze mooie stichting mag zijn.